Freinet en de Tuimelaar
Freinetonderwijs vertrekt niet vanuit handleidingen of methodes, maar in de eerste plaats vanuit de ervaringen en belevingen van de kinderen. De leraar en de groep zorgen er samen voor dat hier zinvol mee gewerkt kan worden.
Leren is niet opnemen wat anderen bedacht hebben, je leert pas echt als je al handelend experimenteel kan zoeken en ontdekken en daar met anderen over kan communiceren.
De leraar bepaalt niet eenzijdig wat er gebeurt, maar de groep en de leraar plannen in democratisch/coöperatief overleg het werk.
- De ervaringen en belevingen van de leerlingen vormen een vertrekpunt van het onderwijs, waarbij de leerkracht en de groep ervoor zorgen dat er zinvol gewerkt wordt.
- Leren is experimenteel zoeken en ontdekken.
- Het werk van de leerlingen moet plaatsvinden in een voor hen zinvol verband.
- De opvoeding op school vindt plaats in democratisch/coöperatief overleg.
Deze technieken hanteren we om samen met de kinderen tot leren te komen:
Ronde
Elke dag verzamelen de kinderen in de kring. Ze vertellen, tonen meegebrachte spullen, stellen werk voor of lezen een tekst. Kinderen ervaren samenhorigheid, geborgenheid en voelen zich veilig om hun verhaal te delen. Uit een ronde ontstaan vaak thema’s/projecten/onderzoeken en activiteiten.
De leerkracht treedt structurerend op en gaat samen met de kinderen dieper in op de aangebrachte onderwerpen. De leerkracht stelt vragen en tracht zoveel mogelijk reken- en taalactiviteiten uit de ronde te distilleren.
Bij de jongste kleuters zit de leerkracht de ronde voor, vanaf de oudste kleuters nemen de kinderen deze taak op. De ronde is een middel bij uitstek om zich mondeling te leren uiten, kritisch te denken, een mening te formuleren en te leren luisteren naar anderen.
Tijdens de ronde is er ruimte om het klas-en schoolleven te bespreken, voorstellen te doen, oplossingen te zoeken voor kleine en grote problemen en complimentjes te geven aan elkaar.
Wat kinderen hier leren, is aanzienlijk:
-
rekening houden met elkaar, het groepsproces evolueert steeds verder.
-
ervaren dat het kan helpen als je zegt wat je voorstel of vraag is.
-
hun eigen situatie in handen nemen, samen verantwoordelijkheid nemen. Wanneer kinderen serieus genomen worden, zijn ze in staat om mee de organisatie van de klas te regelen, in groep afspraken te maken, problemen aan te pakken,...
Deze techniek groeit doorheen hun tuimelcarrière. Van Peuter naar lager schoolkind.
Schoolraad
De schoolraad is een vergadering met de kinderen vanaf de oudste kleuters en alle leerkrachten. Deze bijeenkomst wordt voorbereid door een groepje afgevaardigden van de derde kleuterklas tot het zesde leerjaar. Ze overleggen over de agendapunten: afspraken, regels, activiteiten en andere onderwerpen die klasoverschrijdend zijn. Samen trachten ze, na het afwegen van argumenten voor en tegen, te komen tot een besluit/oplossing van alle agendapunten. Ook tonen/vertellen we aan de andere klassen waar we op dat ogenblik mee bezig zijn. Zo nemen we als het ware een kijkje in elkaars klas. We inspireren elkaar en verhogen de betrokkenheid en interesse in elkaars werk.
Op de schoolraad worden de besluiten/ oplossingen meegedeeld. Doordat kinderen leren opkomen voor wat ze belangrijk vinden, ervaren ze dat ze de wereld rondom hen kunnen beïnvloeden. Leren participeren aan ‘Samen school maken’ vinden wij een belangrijk proces in probleemoplossend denken en conflicthantering.
Klastaken
Deel uitmaken van een groep betekent dat iedereen een deel van het werk op zich neemt. Dagelijks worden een aantal taken verdeeld zoals bijvoorbeeld vloer vegen, bord schoonmaken, vuilbakken legen, planten gieten, boekenhoek in orde maken...
Werkplannen
In de kleuterschool leren kinderen taken af te werken. Kleuters kiezen in samenspraak met de leerkracht het tijdstip waarop ze dit uitvoeren.
In de lagere school leren de kinderen hun werk plannen. De mate waarin kinderen dit kunnen, bepaalt de verantwoordelijkheid die ze hierin krijgen. In het begin van de week krijgen ze een aantal taken die ze voor het einde van de week moeten afwerken. Elke dag is er tijd om hieraan te werken.
Kinderen leren op deze manier plannen en zelf verantwoordelijkheid nemen voor hun werk.
Natuurlijk lezen
Tijdens het klasgebeuren wordt er veel verteld en beleefd. De buitenwereld naar binnen brengen doen we ook met ACTUA. De kinderen lezen nieuwsberichten en brengen dit naar de klas.
Hieruit wordt een woord gehaald, waarrond gewerkt wordt. We stempelen, knippen en plakken, werken met de letterdoos, magneetletters, auditieve en visuele oefeningen, … .
Hiermee worden verschillende taalactiviteiten nog verder uitgediept en krijgen ze zo steeds meer greep op het omgaan met taal, herkennen ze woorden en letters, zoeken gelijkenissen bij woorden of lettergrepen die ze al kennen. Op deze manier zijn de kinderen ontdekkend en experimenterend met lezen bezig waarbij het steeds gaat om woorden van de kinderen zelf en om taal die aansluit bij hun activiteiten.
Vrije teksten
Vanaf de jongste kleuters hebben de kinderen een vrije teksten-schrift waarin de kinderen tekeningen maken over hun ervaringen. De juf schrijft hun verhaal erbij.
Zodra kinderen kunnen schrijven, willen ze hun gedachten op papier zetten in woorden en zinnen. Deze teksten, die een neerslag zijn van de eigen ervaringen en belevenissen, worden ‘vrije teksten’ genoemd. Tijdens het taalatelier, tijdens de vrije werktijd of gedurende een vrij moment schrijven de kinderen vrije teksten in hun verhalenboek. De tekst wordt ook telkens geïllustreerd.
Deze vrije teksten zijn regelmatig het uitgangspunt voor het taalonderwijs. De teksten worden voorgelezen en besproken. Bij de bespreking heeft men zowel aandacht voor de inhoud (de geuite gevoelens), als voor de vorm (grammatica en spelling) van de tekst. Uit de veelheid van verhalen worden er dan gezamenlijk enkele uitgekozen waarmee men klassikaal aan het werk gaat.
Doordat de kinderen ervaren dat hun teksten werkelijk een functie hebben, blijven ze gestimuleerd om telkens opnieuw te schrijven.
Levend rekenen
Onze school hecht veel belang aan levend rekenen. We grijpen elk moment aan om creatief om te gaan met met cijfers en getallen. Het dagelijks leven van de kinderen, verhalen, onderzoekjes, spelletjes, actuaronde... worden gebruikt als toepassingsgebied voor het rekenen. Het kind leert inzichtelijk werken en zijn eigen rekenproblemen oplossen. We trachten zo veel mogelijk spelenderwijs te automatiseren. Aanvullend gerbuiken we de rekenmethode Nieuwe Pluspunt.
Uitstappen
We proberen zo vaak mogelijk op stap te gaan en de buitenwereld in onze school te brengen. Dit kan in het kader van een project, nav een actua of onderzoek, ... Culturele uitstappen maken hier ook deel van uit. Elk jaar wordt er een meerdaagse uitstap met overnachting georganiseerd. Leefdagen, klasdagen en schoolkamp wisselen elkaar af. Ook onze derde kleuterklassers krijgen het privilege hier aan deel te nemen.
Dit samen-zijn en samen-bezig-zijn heeft een positieve invloed op het groepsproces en op het leerproces.
Project- en themaonderzoek
Voorwerpen die de kinderen meebrengen, hun belevingen en ervaringen kunnen uitgroeien tot thema’s/projecten/ondrerzoeken.
Bij de jongste kleuters werken we met thema's en projecten. Bij de oudste kleuters en de eerste graad wordt er vooral met klasprojecten gewerkt. Ze werken in kleine groep ook aan onderzoekjes. Dit is een voorbereiding op de themaonderzoeken die in de tweede graag aan bod komen. Hieraan werken en experimenteren kinderen zelfstandiger. Alleen of met enkele andere kinderen, informeert een kind zich over een bepaald onderwerp. Een werkstuk wordt gemaakt en er volgt een presentatie in de groep, gevolgd door een klassikale bespreking en evaluatie. Het gebeurt dat de leerkracht deze voorstelling aanvult met een historische, geografische of poëtische verruiming van het onderwerp.
Centraal staan het zelfstandig werken en het leren aannemen van een kritische houding tegenover de verschillende informatiebronnen. Kinderen verzamelen niet alleen kennis, ze moeten ook samenwerken, contacten leggen, bezoeken regelen, interviews afnemen en verwerken, dia’s bespreken,....
Druktechnieken
In de eerste Freinetscholen waren drukpersen aanwezig en werden de eerste woorden en zinnen door de kinderen ‘gezet’ en ‘gedrukt’. Zo kon men werkjes in meerdere oplages maken om ermee naar buiten te komen.
Nu leren we een aantal druktechnieken aan, als illustratie, en gebruiken kinderen tekstverwerkingsprogramma’s om hun teksten te produceren en te reproduceren.
Vrije werktijd
Terwijl kleuters elke dag vrij spel hebben, organiseert men in de lagere school vrije werktijd. Kinderen leren kiezen uit verschillende mogelijkheden: de timmerhoek, de constructiehoek, tekenen, knutselen, de computerhoek, een taal- of rekenwerk afmaken, toneel, een workshop bij een klasgenoot volgen... . De plaatsen zijn beperkt zodat ze ook eens iets anders kiezen dat niet hun eerste keuze zou zijn. Het samen voorbereiden van een voorstelling, het ineensteken van een toneeltje of het inoefenen van een dansje,… kan tijdens de vrije werktijd.
Kinderen vinden het leuk om te kiezen wat ze zullen doen en de leerkracht kan ondertussen observeren wie welke techniek gebruikt, wie durft te experimenteren of wie vaak alleen werkt.